Ik prijs mijzelf gelukkig. De mensen met wie ik mag werken komen uit alle lagen van organisaties en variëren in leeftijd van piepjong tot bijna pensioengerechtigd. Ik ervaar jongeren als verfrissend en inspirerend, maar zie ook de moeite die zij hebben om door te breken. Niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk zijn er grote verschillen als je generaties met elkaar vergelijkt. Jonge teamleden delen informatie via app’s waar tot voor kort uren over werd vergaderd. Begrijpelijk dat (iets) ouderen weleens het gevoel kunnen hebben dat de veranderingen niet bij te benen zijn.

Tijdens een workshop* van de NOBCO werd ik geattendeerd op het boek van Dr. Aart Bontekoning, Nieuwe generaties in vergrijzende organisaties. Ik heb het boek aangeschaft omdat het goed aansluit bij mijn studie over levensfasen. Het gaat over generaties in deze tijd en is daarmee praktisch te gebruiken om de kwaliteit van jonge mensen beschikbaar te maken voor organisaties.

Een beknopte samenvatting over vier generaties zoals Bontekoning ze benoemt

De Protestgeneratie

Allereerst de Protestgeneratie, geboren tussen 1940-1955. De mensen die tot de Protestgeneratie behoren zijn nu tussen de 59-74 jaar. Na de oorlog hebben zij hard gewerkt om het land op te bouwen. Het waren mensen met idealen, vechtend tegen de verzuiling. Ze zijn gevoelig voor hiërarchie en status en de focus ligt op werken.

Generatie X

Generatie X, geboren tussen 1955-1970 (nu 44-59 jaar oud) zit nu in de leiderschapsfase. Hoewel dit de patatgeneratie genoemd wordt heeft zij meer maatschappelijk succes dan de Protestgeneratie in dezelfde levensfase. Deze generatie heeft een no-nonsens houding en is bescheiden. Aan de ene kant is dat de kracht en geeft het andere generaties de gelegenheid mee te doen. Aan de andere kant maakt het onzichtbaar voor andere generaties. Er is nog wel gevoel voor hiërarchie, maar tegelijk willen mensen van deze generatie verbinden, het samen doen.

Er wordt veel tijd aan de kinderen besteed (Generatie Y). Deze Y-tjes zijn heel gelukkig met de manier waarop ze opgevoed en begeleid zijn door hun ouders. Bontekoning merkt op dat de mensen uit Generatie X gek genoeg op hun werk niet toepassen wat ze thuis wel doen. Binnen de organisatie vervallen zij toch weer in oude patronen, overgenomen van vorige generaties. En dat terwijl ze precies weten wat de generatie van hun eigen kinderen nodig heeft: coachend en regiserend leiderschap. De top-down cultuurpatronen doorbreken. Maar het is net alsof een ander het moet doen. Mensen die tot deze generatie behoren proberen werk en privé gescheiden te houden.

De Pragmaten

De Pragmaten, geboren tussen 1970-1985 (nu 29-44 jaar oud) houden niet van lange vergaderingen en trage besluitvorming. Ze zijn sneller, praktischer, concreter en rationeler dan voorgaande generaties. Deze mensen zijn to-the-point, willen actie en dóór! Deze generatie heeft last van de traagheid en oude patronen van de Protestgeneratie. En dat terwijl die generatie juist zit te wachten op vernieuwende ideeën. Door oude patronen krijgen de Pragmaten het gevoel dat de ouderen niet willen en haken na verloop van tijd af.

Er is veel zelfvertrouwen en behoefte aan eigen verantwoordelijkheid. Werk moet uitdagend zijn. Tijdens het werk gaat leren door (door te doen). Het helpt om van de senior te horen hoe hij het doet en dan een eigen manier te ontwikkelen. Kennis wordt gedeeld, natuurlijk ook via e-netwerken want de Pragmatische generatie is de eerste generatie die is opgegroeid met de computer en internet. Ook de Pragmaten zijn nog gevoelig voor hiërarchie, ze hebben respect voor leidinggevenden. Voor hen is het zoeken naar de balans tussen werk en privé.

Generatie Y

De junioren in organisaties vormen Generatie Y. Het zijn de jongeren tussen 14-29 jaar (geboren tussen 1985-2000). Zij zijn opgegroeid met toegang tot de hele wereld via het toetsenbord. Wanneer er een vraag is wordt het meteen even opgezocht via het internet. Deze generatie heeft een vrije en authentieke houding. Ze zijn opgevoed door generatie X die oog heeft voor wat jongeren nodig hebben. Generatie Y heeft dan ook hoge verwachtingen. Plezier is belangrijk, dus werken moet zijn: ‘doen wat je leuk vindt’. Werk en privé vervloeien.

Deze mensen willen blijven leren en houden van persoonlijk en informeel contact. De sfeer op het werk moet goed zijn. Ouderen worden gezien als gelijkwaardig. Dat impliceert grote kansen voor de coachende manager (van de X generatie). De rationele Pragmaten kunnen daar niet altijd goed mee omgaan en ergeren zich aan de open en intuïtieve houding van jongeren. Ze zijn snel afgeleid, grenzeloos en flappen er van alles uit.

Generatie Y is creatiever, slimmer, innovatief en gericht op duurzaamheid. Maar helaas, net als de twee vorige generaties, botst ook Generatie Y tegen oude structuren. De Protestgeneratie kan goed opschieten met de Y-tjes. Het zou mooi zijn als organisaties de klik met senioren kunnen benutten om samen te vernieuwen.**

Tot zover de samenvatting.

Valkuil voor de jongeren is dat ze ten onder gaan aan stress

Steeds meer jongeren raken burn-out. Ik zie dat in mijn omgeving gebeuren en het blijkt ook uit een onderzoek van SKB dat in april 2013 is uitgekomen. De verwachtingen bij jonge mensen en hun omgeving zijn hoog en het is lastig om keuzes te maken en grenzen aan te geven.

Ik merk dat jonge mensen goed over zichzelf en hun ontwikkeling kunnen praten. Zij gebruiken woorden die senioren pas na hun veertigste leerden kennen. Daarmee krijgen leidinggevenden en oudere collega’s het gevoel dat de twintigers heel zelfverzekerd zijn. Alsof zij precies weten waar ze het over hebben. Ze komen zelfbewust over en zijn verbaal sterk. Maar schijn bedriegt. Van binnen zijn ze nog niet zo stevig.

Pas vanaf je 21ste ontwikkel je de ik-kracht die je nodig hebt om echt authentiek te worden

Twintigers zijn nog in de levensfase waarin zij onderzoeken wat ze willen in het leven. Zij oriënteren zich op de rol die zij zich willen aanmeten. Er moet nog geëxperimenteerd worden. Dat is nodig. Elke levensfase heeft zijn functie en is belangrijk om je te kunnen ontwikkelen tot wie je bent. Tot je 42ste kun je oefenen met je innerlijk kompas. Daarna weet je wat je wil en kun je echt een punt gaan maken.***

Wat je als leidinggevende niet moet doen

1. Wat niet werkt is oude patronen vasthouden. De schijnzekerheid die je daarmee creëert blokkeert vernieuwing. Jongeren geven het op als ze niet verder komen omdat hun oudere collega’s ‘ervoor gaan liggen’.

2. Wat ook niet werkt is twintigers loslaten onder het mom van: ‘Jullie zijn een zelfsturend team, dus regel het maar’. Het gevoel dat je aan je lot wordt overgelaten maakt onzeker of zelfs lusteloos.

3. Funest voor zelfvertrouwen en creativiteit is de repressieve stijl van leidinggeven. Generatie Y is over het algemeen opgevoed met respect. Vroeger was het gebruikelijk om anderen iets te leren door ze af te kraken. Naar mijn idee is dat nooit een vruchtbare manier geweest, maar bij deze generatie komt het nog harder aan en werkt het langer door.

De kunst is om jonge mensen de ruimte te geven om te vernieuwen en tegelijk te ondersteunen in wat zij doen

Leidinggevenden en oudere collega’s moeten beschikbaar zijn voor de vernieuwende, innovatieve generatie. Dat is lastig als je geen aansluiting hebt. Open staan, aandacht geven, interesse tonen en coaching bieden helpen daarbij. In het volgende artikel zal ik vertellen hoe je dat kunt doen en een aantal oefeningen aanreiken.

Wordt vervolgd…

*Coachen I Generatie-Y in organisaties op 5 feb. 2015 door Geertje Peneder van The young workforce

**Het is goed te verklaren dat de Protestgeneratie en Generatie Y een klik hebben. Deze generaties zijn jong in een vergelijkbare tijdgeest en planetaire constellatie. Die gaan over het doorbreken van oude patronen, emancipatie en transformatie.

***De genoemde leeftijden geven een schematische verdeling aan. Daardoor kan het in de praktijk best anders zijn. Misschien was je wel jonger of ouder toen je voelde dat je ik-kracht had ontwikkeld. Ik maak de leeftijden zo specifiek omdat ik mij baseer op (antroposofische) literatuur. Daarnaast, en misschien nog wel belangrijker, heb ik veel ervaring opgedaan bij het bestuderen van levensfasen in analogie met een aantal planeetcycli. De verdeling in perioden van +/- zeven jaren is voor mij leidend.

Bronnen: Op de site, klik hier

(c) 2015 Nicolette de Wijn