Polyvagaal Theorie
De Polyvagaal Theorie wordt de wetenschap van veiligheid genoemd. Deze theorie biedt inzicht in hoe het zenuwstelsel vorm geeft aan verschillende ervaringen van veiligheid en onveiligheid en hoe dat invloed heeft op de mate waarop we ons kunnen verbinden. Het verklaart waarom we constant bewegen tussen verbinden en terugtrekken. En ook waarom we soms anders reageren in onveilige situaties dan we achteraf hadden gewild.
Grondlegger van de Polyvagaal Theorie is Prof. Dr. Stephen Porges, een neurowetenschapper en hoogleraar psychiatrie, tevens de oprichter van het Traumatic Stress Research Consortium. In 1994 introduceerde hij deze theorie, die de evolutie van het autonome zenuwstelsel van gewervelde dieren koppelt aan het ontstaan van sociaal gedrag.
Deb Dana, klinisch maatschappelijk werker en specialist in complex trauma, is een belangrijke opleider in het toepassen van de Polyvagaal Theorie in therapeutische settings.
Het autonome zenuwstelsel
Het is de functie van het autonome zenuwstelsel om ons in leven te houden. Het zorgt voor allerlei onbewuste processen in het lichaam zoals de ademhaling, hartslag, spijsvertering enz. Daarnaast beschermt het ons in gevaarlijke situaties. Dit gebeurt allemaal vanzelf.
Het zenuwstelsel wordt mede gevormd door ervaringen uit het verleden. Dat kan ertoe leiden dat we vast komen te zitten in patronen die ons beschermen. We reageren dan automatisch met vechten, vluchten of bevriezen, ook als dat realistisch gezien niet nodig is.
We kunnen leren om het autonome zenuwstelsel te beïnvloeden en structureel te reguleren zodat we flexibiliteit in het zenuwstelsel krijgen en niet steeds reageren alsof er gevaar is. Om dat te kunnen is het nodig om de verschillende toestanden van het autonome zenuwstelsel (en de bijbehorende automatische reacties) te herkennen. Door bewustzijn te creëren kun je er wat aan doen. Daarna kun je met behulp van oefeningen oude patronen doorbreken en vervangen door nieuwe gewoontes. Daarmee creëer je een nieuw verhaal.
Wat betekent polyvagaal?
Poly betekent ‘veel’ en vagaal verwijst naar de nervus vagus. Dat is een zenuw die vanuit de hersenen met veel paden door het lichaam zwerft en verbinding maakt met alle organen. De nervus vagus geeft grotendeels informatie door van het lichaam naar de hersenen.
De 3 organiserende principes van de Polyvagaal Theorie
Hiërarchie
Het autonome zenuwstelsel reageert via drie subsystemen op interne en externe signalen. De systemen komen niet alleen in actie bij stress en gevaar, maar ook bij gewone, dagelijkse activiteiten. Er is een hiërarchische volgorde in die systemen, gebaseerd op de evolutionaire ontwikkeling.
De ladder en drie kleuren
Om er een beeld bij te krijgen zie je vaak de metafoor van een ladder of stoplicht. We bewegen voortdurend van de ene staat naar de andere staat, van boven naar beneden en van beneden naar boven op de ladder. Door gebruik te maken van de kleuren van het stoplicht kunnen we taal geven aan de verschillende toestanden. Een voorbeeld: ‘Welke signalen herken je als je in rood bent?’ of ‘Hoe kom je van rood weer in groen?’
Bovenste deel: Ventrale vagus (parasympathisch)
Hier ben je relaxed. In deze staat ervaart het zenuwstelsel veiligheid. Het zenuwstelsel is in balans. Dit maakt sociale verbondenheid, connectie en coöperatie mogelijk. Je bent rustig en je kunt je ontspannen. Er is nieuwsgierigheid en openheid en je kunt omgaan met wat er is. In deze staat zie je mogelijkheden en ben je in staat om creatief te zijn.
Middelste deel: Sympathisch zenuwstelsel
In deze staat ben je gemobiliseerd. Wanneer het zenuwstelsel dreiging en gevaar ervaart, word je actief. Je bent alert en je lichaam maakt zich klaar om te vechten of vluchten. Je ervaart stress, spanning, irritatie, boosheid, angst. Dat kan zich uiten in ruzie of gemopper, maar ook bijvoorbeeld in hard werken of pleasen.
Het sympatisch systeem kan ook in werking zijn terwijl het veilig is. Dan ben je gemotiveerd, energiek en speels. Voorbeelden daarvan zijn ‘goede prestaties leveren’, dansen, spelen of sporten.
Onderste deel: Dorsale vagus (parasympathisch)
In deze staat ben je geïmmobiliseerd, ofwel passief. Hier ervaart het zenuwstelsel levensbedreiging. Vechten of vluchten kan niet en de grootste kans op overleven is verslappen. De response is hier een beschermingsreactie van de-activatie, bevriezen, shutdown, dissociëren en afsluiten.
Het is niet veilig om je te verbinden dus is het beter om je terug te trekken. Het is in deze staat vaak eenzaam en somber en je voelt je wanhopig. Van binnen is er veel spanning terwijl het uiterlijk kan lijken alsof er rust en ontspanning is. Maar eigenlijk ben je uitgecheckt. In deze staat zijn is uitputtend.
Wanneer het zenuwstelsel in deze staat wel veiligheid ervaart, dan kunnen we rusten, herstellen, opladen, dromen, mediteren en intiem te zijn.
Neuroceptie
Porges bedacht dit begrip om het verschil aan te geven tussen ‘perceptie’ en dat wat eraan vooraf gaat, namelijk het oppikken van signalen door het zenuwstelsel. Neuroceptie is het onbewuste proces van het autonome zenuwstelsel dat continu aan het scannen is op interne en externe signalen van gevaar en veiligheid. De signalen van gevaar krijgen voorrang omdat die van vitaal belang zijn voor onze overleving. Onbewust nemen we besluiten en komen we in beweging als dat nodig is.
Neuroceptie beïnvloedt de autonome toestand en hoe we de wereld ervaren. Met andere woorden, neuroceptie beïnvloed het verhaal, het heeft invloed op de betekenis die het brein geeft aan de ervaring. Wanneer het autonome zenuwstelsel gevaar ervaart, dan zie je ook gevaar. Dan is dat je perceptie.
Je kunt dit reguleren door bewust keuzes te maken voor het creëren van veilige omstandigheden.
Co-regulatie
Ons autonome zenuwstelsel wordt gevormd en gereguleerd in interactie met anderen. Een jong kind dat veiligheid ervaart bij de ouders leert zichzelf te reguleren. Zonder co-regulatie is zelfregulatie vaak erg moeilijk. Ook als volwassene hebben we anderen nodig om met name emoties te kunnen reguleren.
Het autonome zenuwstelsel is voortdurend op zoek naar signalen van veiligheid en onveiligheid (en zendt dat ook uit). Wanneer we veiligheid ervaren, bijvoorbeeld in de stem of in de mimiek van de ander, kunnen we ons met elkaar verbinden en samenwerken.
Oefenen voor flexibiliteit van het zenuwstelsel
We bewegen voortdurend op die ladder van groen, naar oranje en rood en weer terug via oranje naar groen. Naar beneden gaat het van ontspannen naar vechten/vluchten naar afsluiten. Naar boven gaat het van afsluiten naar bewegen naar ontspannen.
Dat we door de verschillende fases bewegen is niet erg. Het wordt een probleem als je vastzit in het onderste deel, in de dorsale fase. Dan blijf je op de bank zitten of je bent er eigenlijk niet bij tijdens bijvoorbeeld ontmoetingen. Via de beweging (het middelste deel) kun je weer in het groene, ventrale deel komen. Daar waar je veilig bent en in contact kunt zijn met andere mensen. Ook het vastzitten in vechten en vluchten is problematisch omdat je daar allerlei lichamelijke klachten van krijgt en uitgeput raakt.
Het is de bedoeling dat je flexibiliteit ontwikkelt, zelf de regie hebt en jezelf niet verliest in onveilige situaties. Dat kun je oefenen door bewustzijn te creëren op je eigen reacties en ervaringen op de ladder. Je kunt leren hoe je invloed uitoefent op je zenuwstelsel, ook op moeilijke momenten, zodat je steeds beter je zenuwstelsel kunt reguleren. Als dit lukt heeft het ventrale deel een positieve invloed op het sympathische en dorsale systeem (de ventrale rem doet zijn werk). Dat geeft vertrouwen, want je leert dat je kunt afdalen en weer omhoog kunt komen. Het gaat erom dat je traint om steeds makkelijker ‘uit rood’ te komen om ‘in groen te komen’ en daar steeds langer in kunt blijven.
De boeken van Deb Dana bevatten veel oefeningen en werkbladen waar je zelf mee aan de slag kunt gaan.
De Polyvagaal Theorie in coaching
Ik gebruik mijn kennis over de Polyvagaal Theorie om veiligheid te creëren, zowel in teams en groepen als in 1-op-1 trajecten. Veiligheid is de basisvoorwaarde voor leren en ontwikkelen.
In elk traject zit het verlangen naar verandering of transformatie. En tegelijkertijd is er weerstand. Omdat het ook onzeker, stressvol of ronduit onveilig kan zijn om nieuwe keuzes te maken. In de overlevingsstand is er geen ruimte om open en nieuwsgierig een lerende houding aan te nemen. Juist deze fase, waarin het belangrijk is dat je het met elkaar uithoudt en vertrouwen behoudt, vraagt om veiligheid. Anders loopt het proces vast.
Concreet betekent het dat ik als organisatiecoach duidelijk en confronterend kan zijn, maar altijd met liefde en vanuit verbinding. Juist op het moment dat het spannend wordt, bijvoorbeeld wanneer er onenigheid ontstaat, of wanneer het inzicht indaalt over waar de schoen wringt, moet het veilig zijn. Ook bij complexe trajecten waarbij sprake is van organisatietrauma, is veiligheid een absolute voorwaarde. Dan heb ik als begeleider een belangrijke rol in co-regulatie, als voorbeeld en om iets te vertellen over het creëren van veiligheid.
Daarnaast leer ik mensen hoe ze een lerende organisatiecultuur kunnen bouwen waarin fouten benut worden om van te leren. Waar sociale veiligheid, verbinding en ondersteuning normaal zijn. Waar samenwerking rond het gezamenlijk doel wordt bevorderd, door verschillen te waarderen, te reflecteren, en met respect te corrigeren.
Over Theory U en Deep Democracy geef ik inhoudelijk trainingen om organisaties te leren over transformatieprocessen en gedragen besluitvorming. Bij de Polyvagaal Theorie ligt dat anders. Ik ben geen expert op dit gebied, maar pas het toe in elke opdracht en hoop daarmee een bijdrage te leveren aan de toekomst die jij als opdrachtgever voor ogen hebt.
Bronnen en inspiratie
Website Stephen Porges: https://www.stephenporges.com/
Website Deb Dana: https://www.rhythmofregulation.com/
Boek: De polyvagaaltheorie in therapie – Basisboek van Deb Dana, 2020, Uitgeverij Mens!
Boek: Activeer je nervus vagus. Een revolutionair antwoord op stress- en angstklachten, trauma en een verminderde immuniteit van Luc Swinnen 2021, Lannoo
Ik heb de tweedaagse training ‘Polyvagaal Theorie in de Praktijk’ van Wianda Hoogakker en Thekla van Middendorp gevolgd.