Hoe wordt mijn team volwassen?
Een volwassen team is doeltreffend en bestaat uit effectieve medewerkers die toegewijd samenwerken. Binnen een team dat nog niet volwassen is voel je spanning. Soms is er openlijke ruzie, maar meestal is de spanning onderhuids. Elkaar aanspreken is lastig en om conflicten te vermijden gebeurt dat niet constructief.
Ik moet eerlijk bekennen dat teams, inclusief teamleiders, hun eigen niveau vaak te hoog inschatten. Binnen heel veel teams in de zorg is er enorme toewijding. Iedereen werkt hard om alle klussen binnen de gestelde tijd af te krijgen. Medewerkers zijn bereid om veel te geven voor hun cliënten. Er wordt wel geklaagd, maar er is geen ruzie. De teamleider is er als de kippen bij om problemen op te lossen en heeft precies in de gaten wie goed functioneert en wie minder. Iedereen doet z’n best, meer kan je niet doen. Klinkt volwassen toch?
Vergis je niet. Teams die aan het begin van hun ontwikkeling staan veroorzaken misschien geen extra moeilijkheden, maar zijn ook niet in staat zelfstandig problemen op te lossen. De teamleden hebben het gevoel dat ze afhankelijk zijn. Ze denken dat hun leidinggevenden (teamleider, het management, bestuur enz.) geen oog heeft voor hen. Ze voelen zich niet gehoord, maar geven ook niet duidelijk aan wat ze willen. Een teamleider die zelf ook het gevoel heeft afhankelijk te zijn van zijn meerdere, bevestigt dat idee en blokkeert daarmee het ontwikkelingsproces van het hele team.
Een ‘jong’ team vraagt om duidelijkheid, structuur en procedures
Medewerkers willen precies weten wat er van hen verwacht wordt, welke verantwoordelijkheden zij hebben en welke taken daarbij horen.
Als leidinggevende van een beginnend team zorg je ervoor dat iedereen weet waar hij aan toe is. Je moet energiek zijn en richting geven. Je laat zien dat je ambities hebt voor de instelling, dat je dingen wilt bereiken en moedig besluiten neemt. Daarmee ben je een voorbeeld voor je omgeving.
Je bent er op gericht dat de teamleden zichzelf en elkaar vertrouwen zodat er een goede werkrelatie ontstaat. Als er eenmaal duidelijkheid en structuur is en er is voldoende vertrouwen opgebouwd, dan wordt het mogelijk om elkaar echt aan te spreken. Dan is het niet meer nodig om te klagen.
Dit inzicht alleen is niet genoeg. Het gaat om je handelen waaruit blijkt dat je vertrouwen hebt en initiatief waardeert. Hieronder een aantal tips die je daarbij kunnen helpen.
Tip 1
Teamprocessen gaan veel langzamer dan individuele processen. Complimenteer het team bij iedere vooruitgang. Elke stap is er één, hoe klein die ook mag zijn. Door complimenten te geven stimuleer je ontwikkeling.
Tip 2
Stimuleer het vormen van een eigen mening. De structuur die je biedt is bedoeld voor het creëren van een veilige basis van waaruit ieder zijn eigen verantwoordelijkheid kan nemen. Het is niet de bedoeling dat je medewerkers achterover gaan leunen totdat jij weer met een nieuwe opdracht komt.
Tip 3
Wees niet bang voor conflicten. Laat zien dat het geen kwaad kan om het zo nu en dan niet eens te zijn met elkaar. Luister naar de argumenten en neem snel een besluit.
Tip 4
Waardeer inspraak. Betrek je teamleden bij het zoeken naar oplossingen zodat zij ervaren invloed te hebben. Autoritair gedrag is bedreigend en roept weerstand op.
Oefening in 2 delen
Dit is een nuttige oefening om helderheid te creëren over ieders verantwoordelijkheden en de rol die hij inneemt. Ik geef deze opdracht nadat we gesproken hebben over talenten en kwaliteiten. Iedereen werkt de opdracht thuis uit en geeft een aantal weken later een korte presentatie voor het hele team. Dit is tevens een mooie opdracht om eigenaarschap te geven op de diverse domeinen.
Opdracht 1
Beschrijf je eigen functie en de taken die daarbij horen. Welke extra taken vind je leuk en wil je graag op je nemen?
1. Mijn functie en de rol die ik heb…
2. De taken die daarbij horen…
3. Wat ik echt leuk vind om te doen en wat ik graag op me neem…
4. Waar ik naar streef…
Opdracht 2
Presenteer in maximaal 5 minuten je eigen functie en de rol die je vervult voor onze instelling/afdeling. Wat zijn je taken? Voor welk onderdeel neem jij de verantwoording? Waar streef je naar in de nabije toekomst?
Veel succes!
Bronnen: Op de site
(c) 2013 Nicolette de Wijn