Hoe bied je mensen die in een zorginstelling leven een goed bestaan?

Wat is eigenlijk een goed bestaan? Gebieden die de kwaliteit van bestaan beïnvloeden zijn o.a. gezondheid, huisvesting, voeding, zinvolle dagbesteding en goede lichamelijke en geestelijke zorg. Uiteindelijk willen we als mens allemaal hetzelfde: ontwikkeling. Ieder mens wil zich ontwikkelen, de eigen mogelijkheden benutten, leren, groeien en bloeien.

Om je cliënt te kunnen begeleiden in zijn ontwikkeling moet je hem zien zoals hij werkelijk is

Dan ben je in staat je met hem te verbinden en je af te vragen wat hij nodig heeft om zich te ontwikkelen. Makkelijker gezegd dan gedaan want hoe lastig is het om een medemens te zien zoals hij werkelijk is? In de praktijk blijkt dat het beeld dat mensen van andere mensen hebben vaak wordt gekleurd door eigen gedachten en gevoelens. Die kleuring staat een zuivere verbinding en dus optimale ontwikkelingsmogelijkheden in de weg.

In mijn werk als coach voor leidinggevenden en teams in de zorg besteed ik veel aandacht aan objectief waarnemen. We oefenen in observeren zonder oordeel, goed waarnemen wat er gebeurt om informatie te verzamelen. Die informatie heb je nodig om op de juiste manier te kunnen handelen. Goede observaties zijn onmisbaar in de hier-en-nu situatie met de cliënt, om goed te kunnen rapporteren aan het einde van een dienst, maar ook om heldere feedback te kunnen geven aan collega’s.

Waarnemingen geven informatie die wordt geïnterpreteerd en vervolgens beoordeeld. Daardoor krijgt de waarneming betekenis. Op grond van de beoordeling trek je een conclusie die resulteert in een handeling. Dat betekent dat wanneer je een waarneming niet goed interpreteert, je handeling mogelijk niet klopt. De kwaliteit van de interactie tussen medewerker en cliënt is voor een groot deel afhankelijk van de manier waarop je als medewerker observeert. Hoe objectiever hoe beter.

Visuele en auditieve observaties geven vaak objectieve informatie en zijn makkelijk te communiceren (‘Ik zie dat…, Ik hoor dat… ’). Rapportages die gekleurd zijn door gedachten en gevoelens gaan niet over de cliënt maar over degene die rapporteert. Het gevaar is dat er een onjuist beeld ontstaat dat overgenomen wordt door collega’s waarmee de ontwikkelingsweg van de cliënt versperd wordt. Het onjuiste beeld gaat een eigen leven leiden en het is heel moeilijk om een eenmaal ontstaan beeld weer uit de wereld te helpen. Dat is een belangrijke reden om te leren observeren.


Telt het gevoel dan helemaal niet mee?

In tegendeel. Ook observaties van je eigen gevoel en gedachten kunnen zeer waardevol zijn. Heel veel informatie komt onbewust binnen en geeft een gevoel waar je iets mee kan ten behoeve van je cliënt en jezelf. Alleen, je gevoelswaarnemingen zijn vaak subjectief, dus als je je gevoel laat spreken doe het dan in de ik-vorm. Dan is het duidelijk dat het jou gevoel is en niet een interpretatie van een objectieve waarneming (‘Ik krijg het gevoel dat… ‘).


4 actiepunten die bijdragen aan leren observeren

1. Bespreek met je medewerkers het belang van objectief observeren.
2. Faciliteer regelmatig trainingen om het observeren te verbeteren.
3. Zorg dat rapportages kort en bondig zijn zonder persoonlijke meningen en informatie die er niet toe doet.
4. Oefen zelf in objectief observeren. Vraag je voortdurend af of je gedachten en gevoelens een oordeel in zich hebben. Doe navraag om te checken of conclusies die je getrokken hebt juist zijn.

(c) 2012 Nicolette de Wijn.